‘Destiny Island wordt constant bedreigd door Heartless. Voorlopig houden ze nog wel stand, maar ze kunnen het niet voor eeuwig vol blijven houden.’ Xemnas keek rond vanaf zijn stoel en verscheidene mensen knikten. Hij richtte zijn kille amberkleurige ogen op de enorme kaart voor hem. ‘Niet dat ik ook maar iets om Destiny Island geef, vooral niet sinds die vervloekte Sora er vandaan kwam, maar ik geef wel iets om de Heartless. Volgens mij zitten er heel wat interessante bij. Daarom moeten er een paar Nobodies naar Destiny Island.’
De man die rechts naast Xemnas zat, nummer II, Xigbar, haalde zijn wenkbrauwen op. ‘Er moeten er op zijn minst twee gaan, denk ik.’
Xemnas knikte. ‘Toch zullen we eerst een poosje wachten. Hoe langer ze stand moeten houden hoe meer Heartless er komen en zich vormen. Dat betekend ook meer harten.’
Xigbar en nog een stel anderen knikten instemmend. Demyx keek gefronst naar de kaart.
‘Wat?’ vroeg Xemnas geïrriteerd.
‘Maar dan gaan er zo veel mensen dood.’
De meeste leden van de Organization zuchtten en Xemnas stond op van zijn stoel en liep naar Demyx, die een beetje angstig op zijn stoel schuifelde. Xemnas stopte recht voor Demyx en keek hem aan.
‘Nummer IX, het is heel jammer voor jou dat er zoveel mensen dood gaan maar dat kan mij echt helemaal niets schelen. Ik dacht dat jij inmiddels wel lang genoeg in de Organization zat om dat te weten. Een al helemaal om te weten dat je nooit bevelen tegenspreekt!’ deze laatste woorden zei hij met zo’n dreigende nadruk dat Demyx zo ver mogelijk naar achteren schoof en ik kreeg er de rillingen van.
Axel keek mistroostig naar het schouwspel en Zexion zat ongeïnteresseerd de kaart te bestuderen. Xemnas liep weer terug naar zijn stoel en ging er op zitten.
‘Dan is het dus besloten. Twee leden zullen over een paar weken naar Destiny Island gaan. In die tijd zal ik nadenken over wie het zullen worden. Dismissed.’
-
Het meisje overdacht de situatie zo snel als ze kon en kwam tot de conclusie dat ze hier waarschijnlijk niet levend uit zouden komen. Ze pakte de hand van de jongen vast en samen trokken ze aan de bel.
Het geluid schalde over heel het eiland en op het moment dat de zwarte wezens wouden toeslaan ontstond er een kleine doorgang voor maar één persoon. Het meisje hoefde maar een fractie van een seconde na te denken voordat ze de jongen er doorheen duwde.
‘Ren!’ Riep ze en de jongen keek geschrokken om, nu pas de situatie realiserend.
‘Ik laat je echt niet dood gaan!’ Riep hij terug terwijl het meisje naar achteren werd gedreven.
‘Ren! Doe het voor mij!’ Riep ze en de jongen kon aan haar gezicht zien dat ze het meende. Hij wist dat dit zijn laatste kans was en met het kleine beetje kracht dat hij nog over had spreek hij de woorden vanwaar hij had gehoopt ze nooit te hoeven spreken.
-
Ik liep in mijn eentje door de gangen van the Castle that Never Was. Ik was in het westelijke gedeelte en op de verdieping waar zich niet veel meer bevond dan de nodige high-tech apparatuur, wapens en wat oefenmachines. Ik kwam er niet vaak want ik had er niets te zoeken en ik hield meer van de bewoonde verdieping.
Ondanks dat de gang volledig uitgestorven was had ik het idee dat er iets of iemand aanwezig was. Ik was niet alleen.
Op mijn hoede en met verscherpte zintuigen liep ik door de gang totdat ik bij een soort lege lobby kwam. Er waren wel meer van dit soort plaatsen in het kasteel want het was enorm groot en er waren maar dertien bewoners. Ik bleef even staan omdat ik de aanwezigheid nu nog meer voelde. Ik draaide langzaam een rondje rond mijn as, stopte weer even en draaide toen in één keer heel snel rond.
Achter me stond een jonge vrouw met blond haar en ogen waar het sadisme vanaf droop. Larxene, nummer XII. Zonder ook maar enige waarschuwing te geven sloeg de bliksem vlak naast me in. Ik wist nog net op tijd opzij te springen en ze lachte hatelijk.
‘Dat was alleen nog maar om even je reflexen te testen. Nu komt het echte werk.’
Nog voordat ook maar iets kon doen schoot er bliksem uit haar handen en het raakte me recht in mijn buik. Ik werd achterover geblazen en kwam tegen een houten tafeltje terecht dat krakend in elkaar stortte.
Ik voelde me nogal verschroeid en ik rook verbrand vlees. Ik begreep dat het mijn vlees was dat verbrand was en nogal misselijk stond ik zo snel als ik kon op. Alles duizelde om me heen en mijn blik was wazig. Ik kon nog net Larxene tegen de witte muur onderscheiden.
‘Dat was wel erg makkelijk…’ mompelde ze quasi teleurgesteld. ‘Dan nu de laatste klap,’
Ik wist wat er ging komen en ik was er dit keer op voorbereid. Ik wist niet hoe ik het deed maar het leek wel alsof een soort instinct me vertelde wat ik moest doen. In mijn gedachten bouwde ik een enorme muur voor me, een muur die mij zou beschermen tegen Larxene’s aanval.
‘Je verzet je niet eens…’ zuchtte ze geïrriteerd. ‘Het is dat ik niet met mijn prooi mag spelen want anders…’ uit haar handen schoot opnieuw een bliksemschicht en ik maakte me klaar voor de klap. Nog steeds honderd procent geconcentreerd op de onzichtbare muur voor me stond ik daar terwijl ik recht in het gezicht van Larxene keek.
De bliksem sloeg niet op me in maar stopte op de plek waar ik met mijn gedachten een muur had gebouwd.
‘Wat?’ vroeg Larxene ontzet. Opnieuw schoot de bliksem uit haar handen en opnieuw bouwde ik een muur tegen haar aanval.
‘Oké, als het niet zo lukt doen we het wel zo…’ ze glimlachte wreed en heel de kamer trilde waardoor ik op de grond viel. Ik stootte mijn hoofd pijnlijk tegen de poot van de kapotte houten tafel en bijna verloor ik het bewustzijn. Net toen ik op wou staan zag ik hoe er bliksem uit het plafond kwam, recht op mij af.
Ik had niet genoeg tijd om de onzichtbare muur te bouwen en ik wenste heel erg dat ik net een paar meter verderop lag zodat de bliksem mijn niet zou raken. Langzaam maar zeker kronkelde er een soort zwarte massa om me heen die me leek op te slokken.
Binnen enkele seconden was de zwarte massa weer verdwenen en lag ik een halve meter verderop waardoor de bliksem me net op tijd niet raakte.
Ik krabbelde verbaasd overeind en zag Larxene’s geïrriteerde gezicht. ‘Oké, oké, jij je zin… Kom maar tevoorschijn Demyx!’
Uit een donker hoekje van de kamer kwam Demyx aangestrompeld. Zijn benen en armen zaten vastgebonden en hij had een prop in zijn mond waardoor hij niet kon praten. Hij keek woedend naar Larxene en toen verontschuldigend naar mij.
Ik begreep niet goed wat er aan de hand was totdat Larxene haar hand op Demyx richtte en hij kronkelend op de grond viel.
Ik wou Demyx’ naam schreeuwen maar het lukte niet. Woedend keek ik naar Larxene en de zwarte massa begon rond haar voeten te kronkelen. Even keek ze geschrokken maar toen opende ze haar mond.
‘Dat zou ik maar niet doen. In ieder geval, als je niet wil dat arme Demdem hier dood gemarteld wordt.’
Ontzet keek ik haar aan en ze lachte sadistisch. Demyx gilde het inmiddels uit van de pijn en de zwarte massa rond Larxene’s voeten verdween. Ik wist dat er maar één ding opzat. Ik moest mijn eigen onzichtbare muur verwijderen en die voor Demyx plaatsen zodat Larxene hem niet kon raken.
Meteen toen ik de muur ophief en hem voor Demyx plaatste sloeg Larxene al toe met haar bliksem en voordat ik het wist werd alles zwart.

JE LEEST
Losing Hearts (Kingdom Hearts fanfictie)
FanfictionNederlandse Kingdom Hearts Fanfictie ----- Een meisje wordt wakker uit een lange slaap en weet niets meer van haar verleden. De leider van de mysterieuze groep Organization XIII, Xemnas, neemt haar op en geeft haar een nieuwe naam, Nyx, godin van de...